Ze stonden hoog op het lijstje van verdachten bij het uitbreken van de
kredietcrisis: de Amerikaanse bureaus S&P, Moody’s en Fitch. Die
beoordelen onder meer hoe solide bedrijven en landen zijn, door aan te geven
hoe groot het risico op wanbetaling is.

De kredietbeoordelaars belandden in 2008 vooral in het verdomhoekje vanwege de
achteraf optimistische beoordeling van complexe pakketjes van
hypotheekschulden. S&P en Moody’s bleken onvoldoende oog te hebben gehad
voor het sneeuwbaleffect van de mondiale financiële crisis.

Griekenland en de ECB
Bij de recente perikelen rond de Griekse staatsfinanciën duiken de
kredietbeoordelaars opnieuw op. Dit keer gaat het niet om inschattingsfouten
of vermeende dubbele belangen bij de kredietbeoordeling en -advisering. Het
heikele punt is de nog altijd grote invloed van Amerikaanse kredietbureaus
op financiële markten.

Dit blijkt onder meer uit het belang van de kredietbureaus voor de Europese
Centrale Bank (ECB). De ECB hanteert als standaardregel dat staatsleningen
van eurolanden alleen als onderpand kunnen dienen voor de centrale bank, als
tenminste één van de drie grote kredietbureaus een solide A-rating geeft.

In 2008 versoepelde de ECB, als onderdeel van de steunmaatregelen voor
Europese banken, tijdelijk de acceptatiecriteria voor onderpand. Maar in
principe wordt vanaf 2011 de oude regel weer van kracht. Griekenland
verkeert echter in de precaire situatie dat het land alleen nog bij Moody’s
een ‘A’ heeft, want de bureaus S&P en Fitch het land al hebben
gedegradeerd naar de ‘B’-status.

Salomonsoordeel Moody's
Moody's heeft daarmee een bijzondere positie. Als het Amerikaanse bureau
Griekenland in de komende maanden tot 'B'-land degradeert, is de kans groot
dat investeerders een hogere rente eisen voor Griekse staatsleningen. Vanaf
2011 zijn Griekse overheidsschulden in dit scenario immers niet meer solide
genoeg om als onderpand bij de ECB te dienen. Dat alleen al vormt een extra
bedreiging voor de Griekse staatsfinanciën.

Afgelopen week slaagde Griekenland erin een staatslening met een looptijd van
10 jaar te plaatsen, zij het tegen een zeer hoge rente van 6,25 procent.

De Griekse regering schat de totale rentelast voor de overheid dit jaar op
liefst 13 miljard euro. Tegen de huidige rentetarieven kan dat bedrag echter
zo 700 miljoen euro hoger uitvallen, aldus een Griekse econoom tegenover
zakenkrant The
Wall Street Journal
. Een afwaardering van Moody's zou de Grieken zeer
slecht uitkomen.

Begin maart gaf Moody's aan vooral te letten op de strikte uitvoering van een
nieuw Grieks bezuinigingsplan.
Dat de mening van Moody's hierbij extra zwaar weegt, valt niet overal in
goede aarde.

Volgens Duitse
media
voelen ministers van financiën in de eurozone daarom wel iets voor
een onafhankelijk, Europees instituut, dat het risico van leningen van
eurolanden beoordeelt. De ECB zou hiervoor zelf genoeg expertise in huis
hebben.

Europese kredietbeoordelaar
Vraag blijft welk voordeel zo'n Europese, al dan niet publieke tegenhanger,
van Moody's, S&P en Fitch biedt. "Dit idee komt hoe dan ook te laat
voor Griekenland. Bovendien had ook een Europees ratingbureau, als het naar
behoren werkt, aangegeven dat Griekenland met een fors financieel probleem
zit", zegt econoom Arnoud Boot, hoogleraar aan de Universiteit van
Amsterdam.

Op zich is er volgens Boot niets tegen een nieuwe kredietbeoordelaar die
tegenwicht biedt aan de dominantie van de grote, Amerikaanse bureaus. "Meer
smaken zijn welkom, al zal dit altijd een redelijk geconcentreerde markt
blijven."

Een rol voor de ECB als kredietbeoordelaar is hoe dan ook niet verstandig,
meent de Amsterdamse hoogleraar. "De Europese Centrale Bank kan onder
politieke druk komen te staan. Stel dat de rating van Frankrijk wordt
verlaagd. Dan heeft de ECB een fors politiek probleem. Een onafhankelijke
kredietbeoordeling kun je beter neerleggen bij een instantie als het
Internationaal Monetair Fonds."

Ook hoogleraar Sylvester Eijffinger van de Universiteit van Tilburg, vindt dat
de ECB niet betrokken moet worden bij de beoordeling van kredietwaardigheid
van eurolanden. "Dan hou je het risico van belangenconflicten."

Afstand van de politiek
Eijffinger ziet twee mogelijkheden: "Je kunt de geloofwaardigheid van de
huidige, commerciële kredietbeoordelaars versterken door ze te verbieden
adviesdiensten te leveren. Dan moeten ze zich volledig concentreren op hun
nutsfunctie. De andere optie is inderdaad een aparte, publieke organisatie
die kredietratings geeft, op afstand van de politiek."

De Tilburgse econoom trekt in dit verband een vergelijking met het Nederlandse
Centraal Bureau voor de Statistiek. "Het CBS opereert als zelfstandig
bestuursorgaan. De minister van Financiën heeft dus geen enkele invloed op
eventueel onwelgevallige statistieken. Zo'n positie zou zo'n Europese
kredietbeoordelaar ook moeten hebben."

Lees ook:

Analyse Kaj Leers: Merkel op bezoek, nieuwe regels voor
de euro

Trichet: eurolanden moeten Griekse crisis zelf oplossen

Analyse Jeroen de Boer: Griekse crisis: wachten tot het
fout gaat

Analyse Mathijs Bouman: Alle politici onder curatele

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl